Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal het overblijfsel van Juda wegnemen, die hun [21]aangezichten gesteld hebben om in Egypteland te gaan, om aldaar als vreemdelingen te verkeren; en zij zullen allen in Egypteland verteerd worden; door het zwaard zullen zij vallen, door den honger zullen zij verteerd worden, van den kleinste tot den grootste toe; door het zwaard en door den honger zullen zij sterven; en zij zullen worden tot een [22]vervloeking, tot een ontzetting, en tot een vloek, en tot een smaadheid. 21. Zie boven hfdst.42 vs.15. 22. Zie boven hfdst.42 vs.18.